Vastgoeddatateam is een initiatief van data-experts en ervaringsdeskundigen uit de vastgoed- en woningcorporatiesector. Door het optimaliseren van bestaande vastgoeddata bereiken onze klanten steeds meer op het gebied van financiële (meer)waarde, onderhoud en verhuur.
“Dan kan het hard gaan”: Jurgen Veerbeek over het sturen op
marktwaarde vanuit de NEN 2580
(Deel 1 van 2)
Met name op het gebied van datasturing en analyse valt er nog een hoop te winnen: “Hoe beter je je vierkante meters op orde hebt, hoe effectiever je kunt sturen op je marktwaarde.”
“Kijk, uiteindelijk vertegenwoordigd het aantal vierkante meters dat je beheert een bepaalde waarde, en dan kan een klein maar structureel rekenverschil in je plattegronden ineens aanzienlijke consequenties hebben. En dan kan het ook hard gaan.”
Hoe is het contact tussen Vestia en Vastgoeddatateam ontstaan?
Het contact is in eerste instantie gelegd vanwege een door de overheid opgelegde, wettelijke verplichting, de NEN 2580 – en de voor Vestia daaruit volgende noodzaak om daar vervolgens aan te voldoen. Vastgoeddatateam heeft een tool ontwikkeld waarbij de NEN 2580 wordt gegenereerd vanuit Revit-plattegronden. Dat zagen ze bij Vestia als kans om direct vanuit de NEN-verplichting ook aan de slag gegaan met het plattegrondenverhaal – die al deels vanuit de Revit-basisdocumentatie wordt bijgehouden.
Wat is jouw rol daarin geweest?
Ik heb eigenlijk geprobeerd om van zoveel mogelijk verschillende onderdelen één te maken: één proces. Voldoen aan de NEN 2580, maar in combinatie met plattegronden- en BIM-beheer, waar we de afdeling verhuur een groot plezier mee doen. Vroeg of laat moeten we allemaal toch met BIM aan de slag, dus dat pakken we op deze manier dan vast in hetzelfde mutatieproces mee.
En nu zijn jullie klaar?
(lacht) Nee, we zijn nog niet klaar. We zijn wel aardig op weg, maar het is nog niet af. Het is een lopend proces, dat tegen het eind van het jaar afgerond is – mooi op tijd voor de deadline.
Vinden er binnen Vestia ook processen plaats die te maken hebben met het valideren van data?
Absoluut. Vestia controleert de NEN2580-data die Vastgoeddatateam aanlevert. Bij Vestia wordt vervolgens een vergelijkingsanalyse gemaakt tussen de door ons aangeleverde GBO-data en de GBO’s die bij Vestia bekend zijn: de ‘oude’ GBO’s. Het grote voordeel (en de noodzaak) hiervan is dat de meetmethode van de NEN 2580 afwijkt ten opzichte van de meetmethode die gebruikt is voor het opstellen van de oude GBO’s. Dus je krijgt geheid verschillen.
“Als je kijkt naar veel andere woningcorporaties, en ook naar de wat grotere organisaties, dan zie je vaak dat ze functioneren als verzameling van eilandjes. Gevolg daarvan kan zijn dat de bredere, meer integrale toepassing oppervlaktedata vaak niet gebeurd, of helemaal niet wordt gezien.”
Zijn die verschillen tussen de ‘oude’ GBO-meetmethodiek en de actuele NEN 2580 relevant?
Normaliter wordt een verschil tot tien procent geaccepteerd en wat daarboven ligt zou je moeten onderzoeken; bijvoorbeeld omdat je te maken zou kunnen hebben met zolderruimtes die je nu niet meer mag meetellen, aanliggende ruimtes en gebouwen die er wel of niet meer bijhoren; dat soort dingen. Kijk, uiteindelijk vertegenwoordigd het aantal vierkante meters dat je als woningcorporatie beheert een bepaalde waarde, en dan kan een klein maar structureel rekenverschil in je plattegronden ineens aanzienlijke consequenties hebben. En dan kan het ook hard gaan.
Aan wat voor consequenties kunnen we dan denken?
Als de verschillen tussen je ‘oude’ administratie en je actuele NEN 2580-gegevens groot zijn, dan kan dat dus gevolgen hebben voor je martkwaardeberekening, en dus de waarde van je bezit. Bij herijking van je marktwaarde aan de hand van je actuele oppervlaktedata kan de balans beide kanten uitslaan – positief en negatief.
In het positieve geval – zoals bij Vestia – blijkt het beheerde bezit meer waard te zijn dan wat de oorspronkelijke vastgoedregistratie aangaf. Tegelijk: hoe kleiner je organisatie hoe kleiner de gevolgen van zo’n herijking waarschijnlijk zullen zijn. Je ziet toch dat een relatief klein bezit vaak wat beter beheersbaar is.
Hoe kijk jij naar de organisatiebrede toepassing van die NEN 2580 bij andere woningcorporaties?
Als je in dit geval – beetje ruwweg – kijkt naar veel andere woningcorporaties, en ook wat grotere organisaties in het algemeen, dan zie je vaak dat ze functioneren als verzameling van eilandjes. Gevolg daarvan kan zijn dat de bredere, meer integrale toepassing van iets als oppervlaktedata vaak niet gebeurd, of helemaal niet wordt gezien.
Voordat je die stap zou willen gaan zetten zou ik wel zeggen: doe eerst nog eens een goede analyse op de data die je hebt, voordat je die verder in de organisatie uitwerkt. En probeer dit vooral gecoördineerd, dus ook met een coördinator, aan te pakken, vooral omdat veel data binnen corporaties aan elkaar gelinkt is.
| Meer weten? Lees het tweede deel van het gesprek – over de toepassing van oppervlaktedata op het woningwaarderingsstelsel – hier!
Meer weten over wat Vastgoeddatateam kan betekenen voor de vastgoeddata-uitdagingen van uw organisatie?
We komen graag langs. Neem contact met ons op.